Zomer 2018/3: Lachgas

‘Ik kan geen hunebed meer zien,’ zei Nora.

Ze was met Nathan van Zuidlaren naar Rolde gelopen. De etappe liep dwars door de heide. Twintig kilometer hadden ze afgelegd, in de brandende zon. De hunebedden bij Rolde hoefde Nora niet per se te zien.

‘Dit was echt de mooiste etappe,’ zei Nathan. Hij somde alle etappes nog eens op, wat er mooi aan geweest was en wat niet. Ondertussen fotografeerde hij hunebedden.

‘Je klinkt als een echte wandelaar,’ zei Nora.

Ze sjokten naar de plaatselijke brasserie. Nathan bestelde een pannenkoek. Nora at asperges uit de broodtrommel van Jasmijn. Ze was het eten in deze contreien gaan mijden. Vlees met patat, pizza of pannenkoeken, meer schafte de pot niet.

In Rolde rolde het de romantische kant op. Nathan had Nora vergeven. Het had hem geraakt, de andere man. Een andere man was niet de bedoeling. Nog altijd was Nathan op zoek naar een vrouw en een eigen gezin. Nora kon zijn gebrek aan commitment niet helemaal rijmen met monogamie. Toch liet ze het onderwerp rusten. Het was warm en ze had hem gemist. De time-out die hij had ingelast was pijnlijk geweest.

‘Hierna hoeven we nooit meer over station Groningen,’ zei Nathan.

‘En dan krijgen we morgen ruzie,’ zei Nora. ‘En zijn we nooit verder dan Groningen gekomen.’

Nathan gniffelde. Hij kneep in haar bovenbeen. Zijn hand verdween onder haar short.

Nora streelde zijn arm zonder hem aan te kijken.

Binnen rekende ze af. De brasserie rook naar oude koffie en zware shag uit de vorige eeuw.

Ze namen de bus naar Assen en renden naar de halte. Er ontglipte haar asperge gas. Ze kreeg de slappe lach. Een reeks trompetgeluiden verliet haar lichaam. ‘Sorry,’ zei ze, ‘ik doe aan lach-gas-therapie.’

‘Straks missen we de bus,’ zei Nathan.

In Assen moesten ze plassen in een stilstaande trein. De trein naar Meppel reed niet. Met pendelbussen bereikten ze Amsterdam.

Nathan had het plan om over Amersfoort te gaan voor een Latin Festival laten varen. ‘Zal ik voor je koken thuis,’ vroeg hij.

Nora vond alles goed. Jasmijn was uit logeren. Het maakte niet uit wat ze ging doen zolang het maar met Nathan was.

Ze friste zich op in haar eigen huis. Op sandalen slofte ze naar Nathan. In zijn straat tilde ze haar voeten op.

Op zijn balkon had hij lampjes bevestigd. ‘Er zaten hier de hele winter koninginnetjes.’ Hij schonk Nora een glas rode wijn in. ‘Toen zat er ineens een hommelnest.’

Nora kreeg de wijn niet weg. Zijn eten smaakte goed. Ze wilde het liefst even liggen, met haar hoofd op zijn schoot.

Voor de televisie viel ze in slaap. Nathan keek voetbal. Na de wedstrijd zette hij de televisie uit. Ze werd wakker van de plotselinge stilte.

Zijn hand lag op haar heup. Ze kwam omhoog en kuste hem. Haar vingers masseerden de stoppels op zijn schedel. Nathan kuste haar terug, gulzig en soepel. Aan haar staart trok hij haar hoofd naar achter. Hij keek haar indringend aan.

 

(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)

 

LEZEN IS GRATIS, LIKEN OOK!