Zomer 2018/2: The Cortinagate II

Nora was niet bij Nathan blijven slapen en bij Jasmijn gebleven. Nathan was thuis de wijn gaan halen. Hij kwam terug met tafeltennisbatjes. Op het schoolplein van de islamitsche basisschool speelden ze pingpong op een openbare tafeltennistafel. Een dag later leerde hij Jasmijn squashen. Ze sloegen zich stevig door de kennismaking heen.

‘Komt Nathan nog squashen?’ vroeg Jasmijn de volgende zondag.

Nathan was niet gekomen. Jasmijn wenste uitgelaten te worden. Zelf had Nora een beroerde oog-handcoördinatie. Haar dochter moest het weer doen met een motorisch gestoorde moeder die geen enkele spelregel onthield.

‘Nathan is bezig,’ zei Nora. ‘Jij en ik gaan een wandeling maken.’ Ze trok haar wandelschoenen aan. ‘En we gaan huevos rancheros eten, ei met tomaat en tortilla.’

‘Met die schoenen?’ vroeg Jasmijn. ‘Je lijkt op een toerist.’

Nora negeerde de blik van haar dochter. In de Bilderdijkstraat kreeg ze spijt. Doorstappen in Amsterdam voelde vreemd. Op werkdagen sjeesde ze door de stad. In het weekend was ze gewend pretentieloos rond te hangen.

‘Waarom lopen we zo hard,’ zeurde Jasmijn. ‘Ik houd niet eens van heuvos rancheros.’

‘Oké, we gaan naar EYE.’ Nora maakte rechtsomkeert. ‘Er draait iets van die Mexicaanse regisseur.’ Over de trambaan kloste ze naar een halte. ‘Iets over vluchtelingen.’

De voorstelling over vluchtelingen was uitverkocht. Ze hadden online een kaartje moeten kopen.

‘Mag ik een biertje drinken,’ vroeg Nora.

‘Natuurlijk,’ zei Jasmijn, ‘het is zondag.’

Vanaf de tribune bewonderden ze het IJ. Nora genoot van een triple. Dagdeel-drinken noemde ze het, om de drie uur een promillagebom nuttigen en meteen daarna ontnuchteren. Het korte maar krachtige roesje ontaardde nooit in dronkenschap.

‘Laten we de Noord/Zuidlijn uitproberen,’ zei ze. ‘Nu we er toch zijn.’

‘Ik wil muffins maken.’ Jasmijn bekeek muffin filmpjes op Instagram.

Voor muffins moesten ze langs de Albert Heijn. Ze stapten uit de bus op het Bos en Lommerplein.

‘What the fuck!’ schreeuwde Jasmijn. ‘Dit is mijn fiets!’

Nora herkende de sticker op het spatbord. De Cortina was voor dezelfde Albert Heijn ontvreemd. Jasmijn was afgeleid door een zwerfster. In een afgedankte bureaustoel bedelde ze om geld. Jasmijn had in haar schooltas naar geld gezocht. Ze was een boodschap gaan doen en de sleutel in haar fiets vergeten. Een dief was direct met de fiets vertrokken. De zwerfster was niet uit de stoel opgestaan. Nora was de fiets gaan zoeken. De zwerfster was gaan jammeren. Nora had zin gehad haar de weg op te rollen in de bureaustoel.

Ze pakte de Cortina bij de bagagedrager. In één ruk sleepte ze de fiets mee naar huis.

‘Hier is de reservesleutel!’ hijgde ze in de kelderbox. Het was de tweede keer dat ze een Cortina terug gestolen had.

‘Bel Nathan!’ riep Jasmijn. ‘De buurman moet dit horen!’

‘Nee,’ zei Nora. ‘Nathan wil afstand. Ik heb hem verteld over die ene…over een ander.’

‘Waarom doe je dat?’

‘Moet ik liegen?’

‘Je hoeft niet te liegen.’ Jasmijn stak de reservesleutel in het slot. ‘Je moet het gewoon niet doen.’

Het slot van de fiets klikte open.

 

(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)

 

LEZEN IS GRATIS, LIKEN OOK!