Voorjaar 2018/5: Stil

‘Wegens de dodenherdenking staan wij twee minuten stil,’ schetterde een conducteur door de trein. ‘En lopen wij een vertraging op van minstens twee minuten.’

Nora keek naar de klok op het perron van Rotterdam Centraal, het was één voor acht. Naast haar zat een man te bellen. Zo te horen ging het over zijn werk.

Ze was onderweg naar huis met haar dochter. Van Antwerpen tot Breda hadden ze zwartgereden. De TAN-code om treinkaartjes te kopen ontbrak. De trein zat propvol, een no-go voor conducteurs. ‘We stappen gewoon in,’ had Nora gezegd. In het gangpad stonden twee zielige meisjes. De ene miste voortanden en de andere een bh. Het meisje zonder bh was tot Breda op de schoot van een potig type gaan zitten.

In Antwerpen hadden ze een nacht in de Pieter Potstraat geslapen. José Daniel uit Valencia, een verhuurder van Airbnb, had hun verblijf bekostigd. In de zomer had hij de overnachting in zijn loft plotseling gecanceld. Nora en Jasmijn hadden toch op zijn stoep gestaan. José Daniel had Nora aan een nieuw onderkomen geholpen. Er was toen ook gedoe met een TAN-code geweest. Hij had zijn betalingsgegevens verstrekt. Die stonden nog steeds in haar account. Per ongeluk had hij nu ook betaald. Ze had hem meerdere berichten gestuurd maar José Daniel was van de Airbnb bodem verdwenen.

Ze liepen de hele dag blokjes om het appartement in Antwerpen. De meeste bezienswaardigheden bevonden zich bij de Pieter Potstraat. Jasmijn keerde telkens terug om zich te verkleden. Nora maakte van de gelegenheid gebruik om haar schoenen uit te trekken. De Nike Airs knelden as hell. Zittend op de fiets in Amsterdam was dat haar ontgaan.

De rits van Nora’s leren jasje ging kapot en er brak een stuk van haar kies. Jasmijn had de kies in de Schelde gegooid en een wens gedaan. Ze wenste dat José Daniel alle toekomstige stedentrips zou betalen.

Met ingetrokken tenen was Nora naar station Antwerpen gestrompeld. Ze had tegen de buurman gezegd dat wandelschoenen haar overdreven leken. Op Nikes zou ze de tocht met hem volbrengen. Daar was ze nu niet zo zeker meer van. Omgeven door chassidische joden wachtten ze op de trein.

‘Waarom dragen de vrouwen pruiken?’ vroeg Jasmijn.

‘Om het haar te bedekken,’ zei Nora.

‘En als ze kaal zijn?’

‘Dan volstaat een hoofddoek,’ zei Nora zonder kennis van zaken.

‘Als ze geen haar hebben, dragen ze juist een pruik!’ Een tijdlang probeerde Jasmijn de vrouwen op kaalheid te betrappen. Verder reikte haar fascinatie voor het jodendom niet.

Op Rotterdam Centraal kapte de man naast Nora het gesprek af. Om acht uur precies klapte hij zijn laptop open.

Tussen de eerste en tweede minuut stilte streken er studenten neer in de coupe, babbelend over Barcelona.

‘Sssssssssst,’ spuwde Nora in hun richting.

‘Tssjt,’ spoot het bier uit hun opengetrokken blikjes.

Net op dat moment kwam schrijver Mano Bouzamour uit het toilet. Hij wapperde zijn handen droog. Wandelend door het gangpad herschikte hij zijn kuif. Voor de rest maakte hij geen geluid.

 

(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)

 

LEZEN IS GRATIS, LIKEN OOK!