In de vroege ochtend werd Nora wakker. Ze had haar kleren nog aan. Naast haar lag Jasmijn vredig te slapen. Ze luisterde naar de regelmatige ademhaling. Haar dochter snurkte nooit.
Minder vredig ging het eraan toe in haar maag. Het Mexicaanse eten was blijven steken op een plek waar het alle kanten op kon. De derde mezcal had ze niet moeten doen. Het drankje had de voedselvertering verstoord. Er werd een geroosterde sprinkhaan bij geserveerd en meelwormen aan een prikkertje. Ze dacht aan de rest van de maaltijd. Bloedworst had ze gegeten en een octopuspoot. Haar maag trok zich samen. Snel stond ze op.
Voetje voor voetje schuifelde ze door het richeltje naast haar bed. Haar slaapkamer stond altijd open ’s nachts. Nu was de deur dicht waardoor het pikkedonker was. Wat raar, wie zou dat gedaan hebben? Het werd nog raarder. Er zat geen deur. Met haar hand streek ze langs de muur alsof ze een raam aan het zemen was, op zoek naar de deur.
Ze voelde een hoek. Op de tast ging ze verder.
Nora droeg haar groene jurk. De eerste jurk van het jaar. Ze zweette in haar panty. In het Mexicaanse restaurant was er een hand onder haar jurk gekropen. De hand had haar panty geaaid en in haar dijen geknepen.
Ze struikelde over een verzameling schoenen. Schoenen die niet van haar waren. Haar hand bleef de muur volgen. De muur ging over in een deur. Ze duwde de deur open.
‘Nora?’ vroeg een stem vanaf het bed. Het was een mannenstem. Nora herkende de huiskamer. Ze stond in het huis van de buurman.
‘Wat doe jij hier?’ vroeg de buurman.
‘Geen idee,’ zei Nora.
‘Heb je op de bank geslapen?’ vroeg hij.
‘Nee,’ zei Nora, ‘naast jou.’ Ze vulde een glas water in zijn keuken.
‘We hebben Sambuca shotjes gedronken met bier,’ zei de buurman. ‘Hiernaast bij ’t Lommertje.’
Ze nam een slok water. ‘Na de Mexicaan nog?’ vroeg ze ongelovig.
‘Er was geen houden meer aan,’ zei hij. ‘We vierden dat we op wandelvakantie gaan.’
Nora ging op de rand van zijn bed zitten. Hij pakte het glas uit haar hand. Ze keek naar zijn lange armen. Armen die haar konden omsluiten als een schelp. Even werd het week in haar buik. Direct daarna stak de misselijkheid weer op.
‘Je zei dat je nu wel eens wilde cruisen buiten de muren van een club,’ zei de buurman. ‘In de natuur.’
Voor Nora stond natuur gelijk aan verveling. Als kind wandelde ze verplicht over de hei rondom Ede. De Verveluwe noemde ze het gebied. Het werd pas dragelijk in haar puberteit. Met gelijkgestemde vrienden en softdrugs was het er zelfs een soort van gezellig. Stoned bestudeerden ze Schotse hooglanders in de zomer, de beste escape uit de nieuwbouwwijk, ver weg van de ouders.
‘Een wandelvakantie in de natuur,’ zei Nora. ‘Wat leuk. Mag ik daar dan wel bij blowen?’
‘Jahaa,’ zei de buurman. Hij klokte het glas leeg. ‘Dat vroeg je gisteren ook al.’
(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)
LEZEN IS GRATIS, LIKEN OOK!