Op het gebied van transport maakte Nora geen vorderingen. In ieder geval niet zolang ze de rijlessen er een beetje bij deed zonder de verkeersregels te kennen. Ze had een theorieboek besteld met een cd-rom die nergens in kon. In haar huis waren geen apparaten voor cd-roms. Soms bladerde ze door het boek. Er stonden lange zinnen in. Zinnen die een alinea lang duurde. Om uit te leggen dat voertuigen in het donker met licht moesten rijden, had het theorieboek negenendertig woorden nodig. Na het lezen van zo’n zin sloeg Nora het boek weer dicht.
Arman belde een paar keer om te vragen wat Nora van de zaaddonatie vond. ‘Ik vind er helemaal niets van,’ had ze geantwoord. Ze had Arman van de hand gedaan als een paard. ‘Hij is atletisch gebouwd, heeft goed haar en een sterk gebit,’ had ze hem aangeprezen.
De rijinstructrice wilde dingen over hem weten. Of hij het veilig deed bijvoorbeeld. Zaken waar het niet over hoorde te gaan tijdens een rijles. Nora had de rijlessen on-hold gezet en gezegd dat ze eerst maar eens haar theorie ging halen. Ze had de rijinstructrice voorzien van zaad, verder trok ze haar handen er vanaf.
Op het gebied van haar transitie binnen de jeugdzorg boekte ze wel resultaat. De pogingen tot verandering vermoeiden haar. Toch moest er iets veranderen in 2017, stilstaan was uiteindelijk nóg vermoeiender.
Nora deed water bij de wijn en solliciteerde in een wijk buiten Zuidoost. De uitslag was haar om het even. Het hoefde niet per se. Ze had geen affiniteit met de wijk. Zelfverzekerd stelde ze vragen tijdens het gesprek en verifieerde of haar beeldvorming klopte. Ze kwam goed uit de verf.
Zo goed dat er veren in haar reet gestoken werden.
‘Nora Neeltje, wat een leuke naam,’ zei de manager van het wijkteam op een warme woensdagochtend. Nora had haar om water gevraagd en zwarte koffie gekregen. Termen als ‘aanwinst’ en ‘uitstekende versterking voor het team’ vlogen over tafel. De wijkmanager informeerde tevens naar haar burgerlijke staat. ‘Petje af,’ was haar reactie op Nora’s staat als alleenstaande. ‘In je eentje een puber opvoeden is niet makkelijk!’
De vacature betrof een aanstelling als ouder- en kind adviseur op een humanistische Mavo. De Mavo bevond zich in de Watergraafsmeer, waar de beter gesitueerden van de stad huisden.
‘Wat voor problemen zijn er precies,’ vroeg Nora zich oprecht af, ‘op een humanistische Mavo.’
‘Voornamelijk vechtscheidingen,’ antwoordde de wijkmanager.
In de wereld waar Nora tot nu toe werkzaam was geweest, waren geen vechtscheidingen. In die wereld waren de moeders altijd alleen. Er was geen geld voor eten, laat staan voor advocaten. De zwaarte van haar werk zou verschuiven, van woningontruiming naar wraakterreur, van multiproblem gezinnen naar ouder- en kind gezeur.
‘Leuk,’ zei Nora met een voet tussen de deur. ‘Humanistische vechtscheidingen, weer eens wat anders.’ Ze vroeg om vierentwintig uur bedenktijd en nam een slok uit het bekertje op tafel. Koude, bittere koffie die ze uit beleefdheid doorslikte.
‘Prima,’ zei de wijkmanager. ‘Ik bel je morgen.’
(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)