Najaar 2018/1: Kringloop

Terug in Amsterdam werkte Nora de overbodige ballast uit haar kasten weg. Ze had er last van. Het plan om alle kasten op te ruimen was niet te overzien en werkte verlammend. Ze beperkte zich tot de boeken en kleding.

Met het opruimen werkte ze meteen de Baltische ballast rond buik en billen weg. Het bier en roggebrood met rendierworst had zich omgezet in vet. Ze sleepte tassen kleding naar de container. De lege vakantiekoffers vulde ze met boeken. Ze zeulde de koffers de trappen af. De boeken dumpte ze in de schuur. Het was een tussenstation. Hoe ze de boeken naar een volgende bestemming moest brengen, wist ze niet.

Vrienden nodigden haar uit voor festivals. Ze ging niet. Menigtes wekten een reflex op om te vluchten. Op een festival moest ze de menigte juist in. Het eiste de juiste verdoving. Door de verdoving was ze de mooiste optredens en meest euforische momenten met haar vrienden vergeten. Wat ze er nog van herinnerde, waren de zondagen erna, eenzaam in haar slaapkamer, starend naar de roze muren, honderd euro lichter met pijn in de gewrichten van het lange liggen. Het bestellen van eten was al een opgave geweest.

Liever maakte ze zich nuttig op zondag. Met Zomergasten op de achtergrond werkte ze zich door een berg kinderboeken heen. De zomergast, een doorgewinterde relatietherapeut, beweerde dat de individualistische mens zijn partner overvraagt. Vroeger vervulde de gemeenschap bepaalde behoeftes. Tegenwoordig moest de partner in al die behoeftes voorzien.

Molton belde plotseling. Hij riep haar op het matje, of eigenlijk op zijn matras. Nathan had het af laten weten op liefdesgebied. Het was een man met grote gemeenschapszin zonder zin in gemeenschap. Bepaalde behoeftes botvierde ze daarom op Molton.

‘Ik doe nuttige dingen,’ zei ze. ‘Neuken past nu niet in mijn structuur.’

‘Wat voor vrouw ben jij,’ gromde hij nukkig.

‘Eentje die kleren vouwt en boeken sjouwt,’ verweerde ze zich.

‘Maak het af,’ commandeerde hij. ‘Morgen maak je tijd voor mij, je bent vrij.’

Nora stemde in. Molton paste in haar straatje na het praatje van de zomergast. Hun lichamen communiceerden perfect. Ze had hem niet voor het intellect. Converseren moest met iemand anders.

Onder de douche bemerkte ze een bultje op haar tepel de volgende ochtend. Ze googelde naar geruststelling. Indicaties voor kanker nestelden zich naast de onschuld van ontstoken melkklieren. De toekomst van Jasmijn als het kwaadaardig zou zijn, was niet te overzien en werkte verlammend. Zou minnaar Molton aan haar ziekbed zitten en haar hand vasthouden? Zou hij haar vragen wat hij kon doen? En zou ze hem dan opdragen de stapels boeken in haar schuur weg te brengen?

Molton snuffelde in haar nek en knuffelde haar. De vakantie kilo’s interesseerden hem niet. Ze hield van zijn donkere handen, de witte handpalmen en zijn ovaalvormige nagels. De sterke handen liefkoosden het overtollige vet.

‘Ik heb honderd kilo boeken in mijn schuur liggen,’ zei Nora. Ze stroopte de strakke spijkerbroek van haar kont. ‘Hoe krijg ik die in godsnaam bij de Kringloop?’

 

(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)

 

LEZEN IS GRATIS, LIKEN OOK!