Kerstvakantie 2017/1: Kruit

Snakkend naar adem schrok Nora wakker. Op haar borst drukte iets zwaars. Ze opende haar ogen en herkende haar kledingkast. Ze bevond zich dus in haar slaapkamer. Vreemd dat de kast op een andere plek stond.

Op haar buik begon een kater te spinnen. Dat moest de kat van Mirthe zijn. Hij rook naar vis uit zijn bek. De kater van Mirthe was een gemensifiseerde kat die met zijn pootjes at. De geur van blikvoer in de bek bleef hetzelfde, of het nu opgepeuzeld werd met een pootje of met de snuit vol in de etensbak.

De kledingkast was ook van Mirthe. Nora en Mirthe hadden dezelfde donkerbruine kast, een vooroorlogse opbergkolos. Nora was helemaal niet thuis. Alles wees erop dat ze in Rotterdam was en bij Mirthe in bed lag.

Ze herinnerde zich het biercafé waar ze met Mirthe op een plank had gezeten. Om te kunnen praten, verdraaiden ze hun nek.

‘Laten we de laatste bus missen en lopend naar huis gaan,’ had Mirthe voorgesteld. ‘Onderweg zijn genoeg cafés.’

Nora vond het een goed idee. De gin gleed er lekker in. Eindelijk ontspande ze een beetje. Ze was overwerkt. Het grijze gebied tussen twee banen was voorbij. Haar werkweek was ingekleurd met kerntaken, bijtaken en extra taken. Ze had haar grenzen moeten bewaken.

‘Het is een nacht…’ zong ze blij, ‘waarin je voordat de kerstvakantie is begonnen…al je kruit verschiet.’

‘Gezellig,’ lachte Mirthe. ‘Kruit verschieten tijdens de laatste loodjes.’ Ze bestelde een tweede gin. Het smaakte gezond. Ze waren allebei verkouden. De gin smaakte naar hoestdrank.

Het biercafé werd bevolkt door mannen. Ze groepeerden zich rondom rechtopstaande biervaten, hun jas in de ene hand, het glas in de andere. Kabouterachtige mannen waren het, met baarden, brillen en buiken.

Na de tweede gin hadden de kabouters zich vermenigvuldigd. De ramen van het biercafé waren beslagen. Mirthe vond de kabouters stinken. ‘Ik ruik ongeventileerde huiskamers waar ze in zitten te gamen,’ zei ze kokhalzend. ‘En truien met allerlei etensluchtjes.’

Ze wurmden zich naar buiten. Buiken en bovenarmen wreven langs borsten en billen.

Op straat was het te koud, in de kroegen te benauwd. Mirthe wilde naar huis. Nora had ingestemd. Ze had een stijve nek en last van een loopneus.

‘Heb je goed geslapen?’ vroeg Mirthe naast haar in bed.

Nora had zich vergist in de kast. De kat had zich vergist in het vrouwtje. Bovenop Mirthe draaide hij rond zijn as. Zijn aars raakte net niet haar neus. Hij masseerde haar boezem met zijn poten.

‘We hebben ons kruit niet verschoten!’ riep Nora.

‘En de zon schijnt,’ riep Mirthe. ‘We kunnen naar de film of het museum!’

Rond het middaguur waren ze gereed. Ze wandelden wat in de stad. Een film of museum kwam niet op hun pad. Wel vonden ze een geschikt café. Ze hadden weer zin in gin gekregen.

Er zaten jonge gezinnen en een paar verliefde stelletjes in het café, geen kabouters.

‘En?’ vroeg Mirthe. ‘Heeft Tommie gereageerd? Gaan jullie nu samen kerst vieren of niet?’

 

(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)

 

LEZEN IS GRATIS, LIKEN OOK!