Zomer 2018: Baltische staten II

Tallinn werd bevolkt door restjes Russen, Oost-Duitse huisvrouwen met geverfd haar, meisjes met wimperextensions en Vikingen met blonde baarden.

Het was een warme dag. Nora en Jasmijn zwommen in de Oostzee. Tussen de basaltblokken rook het naar bedorven zeewier. Ze zagen marterachtige beestjes wegschieten.

Haar vader wilde niet zwemmen. Nora zwom in haar ondergoed, hij mocht haar niet fotograferen. Stiekem kiekte hij haar toch. Daarna verlegde hij zijn focus naar aanmerende cruiseschepen. Een cruise maken, leek hem heerlijk, liet hij zich ontvallen. Op een cruise hoefde hij niet te kiezen. Of hij de toetjes van het buffet in één keer zou proeven of verspreid over de week misschien. Wat hij verder moest zien, bepaalde de gids.

‘Jij kiest nu wat we gaan zien,’ zei Nora. Ze had zich niet afgedroogd. Het handdoekje in haar tas was voor Jasmijn. ‘Ik heb het vervoer en de accommodatie geregeld.’ Nat stapte ze in haar jurk.

‘Het Maritiem Museum,’ zei Leendert als oudgediende van de marine.

‘Dan pak ik een terrasje.’

‘Nee, jij moet mee,’ zei Jasmijn.

Het Maritiem Museum was erger dan de Nemo. Nora doorstond het geschreeuw van kinderen ternauwernood. Ze verlangde naar alcohol.

Pas in de avond werd haar verlangen ingelost. In de oude stad lokten Esten in middeleeuwse kleding toeristen de restaurants in om te eten uit een houten nap. Nora wilde niet eten uit een houten nap. Buiten de stadsmuur hadden ze geen restaurants gezien. Ze dineerden wederom in de shopping mall. Nora bestelde donker bier en Leendert een whisky.

Per bus reisden ze de volgende dag naar Litouwen. Het stortregende in Vilnius. Regenjasjes werden uit koffers gevist. Leendert hield het bij een paraplu. De hengsels van zijn rugzak hingen aan zijn rechterarm.

Onder een bosje scholen ze tegen de regen. Meisjes in korte rokjes schurkten tegen de bomen.

‘Waar zijn we,’ kermde Leendert. Verkassen maakte hem onzeker. Hij pakte de kaart. Het ontging hem dat ze zich op een tippelzone bevonden.

‘Ik ben hier ook nog nooit geweest,’ riep Nora. ‘We volgen het balletje van Google Maps.’

Leendert maakte aanstalten haar te fotograferen. Zijn paraplu waaide weg. Verderop belandde de paraplu in een drol.

‘GEEN FOTO’S!’ schreeuwde Nora. ‘Doe je rugzak om, trek je regenjas erover en loop door!’

‘Nee!’ Leendert snelde naar de paraplu. ‘Dan raakt mijn rug bezweet!’

‘Je rug is kletsnat!’ Nora liep weg. Leendert waggelde achter haar aan met de omgeklapte paraplu in zijn hand. Aan zijn arm bungelde de rugzak als een handtas.

Ze traceerden hun nieuwe onderkomen. In een supermarkt kocht Nora donker bier en roggebrood met rendierworst om de gemoederen te sussen. Leendert klopte op haar rug en liet zijn hand op haar schouder rusten. Het was lang geleden dat hij haar geknuffeld had.

Vilnius bleek de Baltische parel, ingeklemd tussen Belarus en Kaliningrad. Scandinavië leek ver weg. Er waren meer dan honderd kerken die ze links lieten liggen, ze waren kerkenmoe. Leendert vergezelde hen naar vintage winkels waar Jasmijn hem een handtas aan probeerde te smeren. Maar die weigerde hij.

 

(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)

 

LEZEN IS GRATIS, LIKEN OOK!