Zomer 2017/4: Therapie

Hij trok zijn wenkbrauwen vragend op, hoekige, zwarte wenkbrauwen. De vader van Loek heette Claus. Hij had een Chinese achternaam. Claus was een gepromoveerde professor. Nora had hem gegoogeld. Vechtscheidende mensen intrigeerden haar. Nu nog wel. Ze kon zich voorstellen dat ze er over een jaar doodziek van werd.

Nora wilde de vraag of ze gescheiden was wel beantwoorden. Als hulpverlener vroeg ze de mensen het hemd van het lijf, omgekeerd mochten ze best iets over haar weten.

Ze dacht aan haar eigen scheiding, aan Valentijnsdag 2007, de dag dat ze Jesús op het vliegtuig had gezet, terug naar zijn moeder in Mexico. Grenzeloos gescheiden noemde ze het. Er was geen gedoe geweest over een omgangsregeling en geld had ze hem nooit gevraagd.

‘Mijn scheiding was meer een remigratie,’ zei ze na lang nadenken.

‘Een remigratie?’ vroeg de moeder van Loek. ‘Helaas moeten wij nog steeds door één deur. Maar onze communicatie is bagger.’

‘Door twee deuren bedoel je,’ zei de vader. ‘Die ik allebei moet betalen!’

Het werd warm in het krappe kantoor van de zorgcoördinator. Nora gaf de ouders teveel ruimte. Het gesprek moest gaan over Loek. Mensen afkappen vond ze lastig. Ergens doorheen praten lukte alleen als ze dronken was.

‘Het gaat dus heel slecht met Loek,’ zei ze onhandig hard. Ze helde naar voren. Met haar lichaam kwam ze letterlijk tussen beiden.

De ouders vielen stil.

‘Loek woont tussen twee huizen. Telkens verkassen is zwaar. En daarbij loopt hij op eieren. Elk woord, elke opmerking over zijn vader of moeder kan in het verkeerde keelgat schieten…’

De vader was begonnen met lachen.

De moeder verbeet zich. ‘Wij communiceren gewoon heel slecht.’

‘Loek wordt verwaarloosd,’ zei Nora nog harder. ‘Al jullie aandacht gaat naar advocaten. En jullie geld ook. Loek vertelde dat er geen geld is om op vakantie te gaan?’

De vader lachte nog steeds. Lichte, hautaine lachjes die illustreerde dat hij erboven stond. Nora wist dat hij ’s avonds uit zijn rol viel. Dan stond hij er niet boven maar middenin. Na middennacht tikte hij mailtjes over de moeder. Over hoe zij zich niet aan de overeenkomst gehouden had. Hij completeerde de mailtjes met bewijslast. Een screenshot van Google Maps om aan te tonen dat het vijftien minuten fietsen was, vanaf haar huis naar de advocaat. Terwijl zij beweerde dat het een half uur duurde. In de CC zette hij zoveel mogelijk mensen.

‘Er bestaat therapie voor gescheiden ouders,’ zei Nora. ‘Die moeten jullie volgen voor Loek.’

De moeder knikte. ‘Wij moeten weer leren communiceren.’ Ze deed Nora denken aan Rita Verdonk, die herhaalde ook steeds hetzelfde standpunt als ze het niet meer wist.

‘Er bestaat een variant van jeugdzorg en een van de GGZ.’ Nora keek naar de klok. Niet omdat ze haast had, ze deed wat mensen deden die goed waren in afkappen; de tijd checken tijdens gesprekken.

‘Die van de GGZ dan maar,’ bromde de vader.

‘Waarom niet die van jeugdzorg?’ vroeg de moeder.

De vader lachte weer. ‘Mijn advocaat komt erop terug.’

 

(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)