Het centrum van Berlijn viel niet in de smaak. Nora vond het op een outlet boulevard lijken met hier en daar een historisch monument. Ze had een allround OV-ticket aangeschaft. Met het ticket mochten ze in de dubbeldekker bus. Vanuit de bus bekeken ze de historische monumenten en de lange rijen voor de musea. Soms stopte de bus ver buiten de stad. Jasmijn vermaakte zich met het terugvinden van de weg. Nora bemoeide er niet mee. In bushokjes wachtte ze geduldig tot de reis werd hervat.
Oost-Berlijn beviel beter. Door de vergane Sovjetglorie vond Nora Oost-Berlijn exotisch. Na de ritjes in de dubbeldekker deden ze een stukje Oostblok.
Jasmijn had alleen oog voor vintage winkels. ‘Hou gewoon je mond over de DDR,’ zei ze toen er geen vintage winkels meer op de route lagen. ‘Gaan we nog iets leuks doen?’
Het leuks vertaalde zich in de Tag der Arbeit die groots werd gevierd in de wijk Kreuzberg. Nora had zich laten vertellen dat de 1 mei-viering in Duitsland een soort Koningsdag was.
Het was de derde dag na Koningsdag en nog steeds zat ze in de kreukels. Ze hield vocht vast, haar wangen waren opgezwollen. Als ze naar beneden keek, zag ze haar jukbeenderen. Op haar gezicht waren nieuwe rimpels ontstaan. De huid deed haar denken aan de leeggezogen lachgas ballonnen die in Mickey’s woning hadden rondgeslingerd. Verkreukeld liep ze Kreuzberg binnen.
‘Waarom staan er overal politiebusjes,’ vroeg Jasmijn.
‘Omdat er rellen uit kunnen breken,’ zei Nora om zich heen kijkend. Er keek niemand meer naar haar. Een kleine speler was ze geworden, een omgevallen pion naast het spelletjesbord. Ze was ver in de veertig, ze had het lang weten te rekken, maar ook Nora’s hoogtijdagen leken geteld. Het was tijd voor een nieuwe hobby.
Jasmijn bestudeerde de punkers in Kreuzberg. Op de stoep lag er een wijdbeens te slapen op een matras. Punkers en Turken speelden de hoofdrol op 1 mei. De Turken zorgden voor versnaperingen en verkochten bier, borek en barbecue met braadworst.
Ze luisterden een tijdje naar een punkband en kregen een pamflet in handen gedrukt, een aanklacht tegen Google en Zalando. ‘Wanneer beginnen de rellen nou?’ vroeg Jasmijn ongedurig.
Na de middag glipte het laatste zonlicht weg uit de wijk. De straten gingen gehuld in schaduw en barbecue rook. Zijstraten waren afgesloten met dranghekken. Achter de hekken wachtte een militaire eenheid verveeld op een opstootje. Aan het eind van de straat ontwaarde Nora een bushalte. Een dubbeldekker stond klaar om te vertrekken.
‘Hou gewoon je mond,’ zei Jasmijn boos in de dubbeldekker. ‘Wat nou, grimmige sfeer.’ Ze vond dat ze recht had op een rel.
Nora had het benauwd gekregen in Kreuzberg. Opgelucht keek ze naar de uitgestorven Kurfüstendamm. De bus bracht hen naar een buitenwijk die op Slotervaart leek. In een kebabzaak aten ze kipschnitzel. Op een oud televisietoestel keken ze naar een live uitzending over de rellen.
Nora ontspande en bestelde een halve liter bier. Een oude hobby waar ze nog geen afscheid van genomen had.
(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)