Voorjaar 2017/3: Ducttape

Op het Alter-Ego feest, het eerste feest van de lente, verscheen Nora als Minnie Mouse. Ze droeg een pin-up jurkje dat niet muizig bedoeld was. Maria vond haar op Minnie Mouse lijken in de jurk. Blijkbaar overlapte de wereld van Walt Disney de wereld van de pin-up. Uit een gestipt kussensloop knipte ze een strik. Maria stiftte een zwart dopje op haar neus.

Voor de Radion in Nieuw-West stond een rij die twee keer de hoek om ging. Het fouilleren van alterego’s was een tijdrovende klus. Bij de artiesteningang probeerden ze in te breken. Maria noemde een paar namen van het management. Het meisje van de artiesteningang sprak haar talen. Ze antwoordde in het Engels en Duits maar het management kende ze niet. Nora piepte dat ze naar huis wilde. Er hingen zwarte regendruppels aan haar dopneus en de strik waaide van haar hoofd.

Maria belde Martin.

‘Martin is bijna binnen!’ schreeuwde ze. Bij de ingang hoorden ze Martin hun namen roepen. Ze renden naar hem toe. ‘Nora en Maria? Ja, ja!’ riepen de mensen in de rij boos.

Binnen waren nog meer boze mensen. Het bier was op en de kluisjes kapot. Ze verstopten hun jas onder een krat. Martin droeg een legging. Amsterdamse mannen droegen graag leggings op themafeesten. Van boven droegen ze alleen borsthaar. Borsthaar onder een extravagant jasje.

Nora wees naar de rommelige bobbel in zijn legging. ‘Je hebt een  cameltoe,’ constateerde ze.

Martin greep naar zijn zak. ‘Heb je toevallig ducttape, Minnie?’ vroeg hij. ‘Dan plak ik mijn piemel vast.’

‘Ik ga het voor je zoeken,’ zei Nora.

Ze doolde door zalen en hing over een balustrade. Er was een man die met haar wilde praten maar onverstaanbaar was. Zijn hand streelde haar rug. De partydrugs werkte. De mensen waren niet langer boos.

‘Ik ben op zoek naar Mickey,’ zei ze tegen de plakkende man, ‘en naar ducttape.’

Minnie moest verder. Ze trippelde door klapdeurtjes en klauterde onvermoeibaar trappetjes op en af. In een ruimte met harde banken trof ze Mickey. Ze herkende hem aan het zwarte dopneusje waar hij van nature over beschikte. Mickey droeg geen legging, hij droeg een zwart pak met rode accenten.

‘Houd je van Prince?’ vroeg hij.

‘Jazeker,’ zei ze. ‘Deze stijl heb ik nageaapt van Prince danseressen.’ Ze wees naar haar frivole jurkje, zwart met rode stippen. ‘Vandaag is het zijn sterfdag.’

Mickey veegde wat afval van de bank en maakte plaats voor haar.

Hij zei dat hij artist manager was en dingen met deejays deed. Ze verstond hem maar half. Uit zijn borstzak viste hij een envelopje. Met een sleutel lepelde hij er iets uit. Het verdween in zijn neus.

Ze keek op haar telefoon. Het was na zessen. Martin en Maria waren al naar huis, las ze in een bericht.

Hij bood haar het envelopje aan. ‘Wil je ook wat?’ vroeg hij.

Ze staarde naar het envelopje. Daarna bestudeerde ze hem aandachtig. Was het nu Mickey Mouse die ze gevonden had, of was het toch Speedy Gonzales?

 

(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)