Valencia 2017/3: Agua de Valencia

‘Onmiskenbaar Roemeens.’ Mirthe nam het interieur in zich op. ‘Deze mensen hebben heimwee,’ zei ze wijzend naar  de pergola.

Mirthe kon het weten, ze was een Roemenië kenner. Ooit beminde ze een Roemeense balalaikaspeler. Hij bespeelde haar net zo vurig als zijn balalaika. Ze nam Roemeense les en bezocht hem in Boekarest. Behalve lid van het Filharmonisch Orkest was hij lid van een bende. Alle orkestleden hadden naast de repetities en optredens een bijbaan. De balalaikaspeler was de enige die een bende als bijbaan had. Toen Mirthe romantisch met hem naar de Zwarte Zee zou gaan, werd hij gekidnapt. Mirthe kocht hem vrij. Naast een man met een bivakmuts reed ze in een geblindeerde auto langs vier pinautomaten. De man was best aardig. Tijdens de laatste transactie op een benzinestation had hij zijn bivakmuts afgezet en getrakteerd op koffie. ‘Avontuur heeft nu eenmaal een prijs,’ had Mirthe er naderhand over gezegd.

‘Kijk, het bewijs!’ Mirthe viste een woordenboek uit het dressoir, Roemeens-Spaans.

‘Er wonen hier gewoon mensen.’ Nora snoof de geur van de huiskamer op. ‘Het ruikt hier naar hardwerkende mannen.’

Samen keken ze naar de plaid met de tijger op de bank.

‘Niet echt uitnodigend,’ zei Mirthe met een gerimpelde neus. ‘Ik zou daar niet gaan zitten.’

Mirthe nam tijdelijk haar intrek in het zigeunerpaleis. Ze koos de kamer waar een olieverfschilderij boven het bed hing van een jachttafereel in de Karpaten.

Nora en Jasmijn deelden de grote slaapkamer. In het matras zat een kuil van een Roemeense bouwvakker. Achter de muur keek een buurman elke nacht naar een oorlogsserie.

Ze vulden hun dagen met uitzoeken welke metro naar het strand reed en hoe laat ze de gehuurde fietsen terug moesten brengen. Daartussen verkenden ze de stad. Ze sloten Valencia in het hart. Helemaal toen de hittegolf was gaan liggen en het soms zelfs een beetje regende.

Nora en Jasmijn ruzieden minder met Mirthe erbij. Jasmijn hield zich gedeisd. Zolang ze niets vroeg, ving ze alle gesprekken op. De twee oude vrijsters vergaten vaak dat er een puber in hun midden was.

Mirthe was ditmaal aan een taalstudie begonnen zonder een man in het spel. Wel bekende ze een Spanjaard op haar pad, een mooie beloning voor haar inspanning te vinden.

‘Gaan we vanavond dan echt uit?’ opperde Jasmijn op de laatste dag. Tot dusver hadden de dames het gelaten bij flauwtjes flaneren. Enigszins leuk aangekleed hadden ze in restaurants gezeten waar mensen na het werk een hapje kwamen eten. Uitgaan mocht het niet heten.

Het was druk in het historisch stadshart op vrijdagavond. Het drietal had zich opgedoft. Jasmijn droeg haar nieuwe bandana en schelpenketting, Mirthe een gebloemd broekpak met een gunstige boezem en Nora had zich in shapewear en hoge hakken geperst.

‘Ik heb een plan,’ zei Mirthe eenmaal neergestreken op een terras. ‘We bestellen een kan Agua de Valencia. En we zorgen voor een extra glas en een lege stoel aan onze tafel.’

Jasmijn giechelde in het kommetje van haar hand en trappelde met haar voeten.

 

(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)