Het zondagmatinee met Mickey verliep niet zoals ze gewend was. Nora had zichzelf uitgenodigd. ‘Er zijn hier een paar mensen en we kijken Formule 1,’ had hij gewaarschuwd. ‘Ik weet niet of je dat trekt.’ Nora ging toch.
De mensen waren vertrokken toen ze kwam. Mickey had ze weggestuurd. Hij had niet geslapen. In Radion was een feest dat drie dagen duurde. Nora had hem aangetroffen in zijn pauze. Tussen nacht twee en nacht drie pauzeerde hij thuis met de Formule 1. Slaap had hij niet nodig.
Naast hem op de bank imiteerde ze het geluid van de Formule 1: ‘Hèèèn-hèèèn-hè-hè-hèèèèhèèèn.’ Geïrriteerd had Mickey de tv uitgezet en haar op schoot getrokken.
Ze bevrijdde zich uit zijn greep. Nora wilde eerst een gesprekje. Ze had hem een maand niet gesproken. Hij had haar tussentijds gebeld maar tijdens die gesprekken had hij gepraat en zij niets verteld.
Mickey stond op en liep naar zijn draaitafel. Nora wilde geen tv kijken en ook al geen seks. Hij vroeg wat ze van disco vond.
‘Een beetje te vrolijk,’ zei ze.
Hij haalde zijn schouders op. Op de salontafel stond een bord met wit poeder. Ze durfde niet te vragen of het ketamine was. Hij had haar een paar keer gecorrigeerd omdat ze het woord volledig uitsprak. Dat deden gebruikers niet. Wat nu op het bord lag leek niet op ketamine.
Nora snoof niet. In Mexico had ze zeven maanden non-stop gesnoven en toen nooit meer. In nooit meer snuiven was ze zo volhardend dat Mickey was opgehouden haar drugs aan te bieden.
Met een gekleurd rietje snoof hij wat van het bord. Daarna stak hij een sigaret aan, zette andere disco op en bestudeerde zijn telefoon. In dezelfde volgorde herhaalde hij de handelingen. De drugs hielden hem wakker en met de neurotransmittende disco bleef zijn humeur op peil. Niet dat hij gezellig was. Hij was net niet neerslachtig. Het hoogst haalbare voor iemand die niet geslapen had.
‘Zullen we in bad gaan of even op bed gaan liggen,’ stelde Nora voor.
Mickey schudde zijn hoofd. Hij wilde niet bij zijn disco vandaan. Nora wist het nu zeker, hij zag haar niet staan. En ook niet zitten. Hij wilde haar zelfs niet zien liggen. Ze had op moeten staan en weg moeten gaan. Stoïcijns bleef ze aan de bank kleven.
‘Ik hou van vrouwen zoals Kim Wilde en Deborah Harris,’ stak Mickey van wal. ‘Wat was ik daar verliefd op.’ Hij noemde nog meer namen van vrouwen die hij mooi vond. Mickey hield van blondines. ‘En jij?’ vroeg hij, ‘waar val jij op?’
‘Op lichtgekleurde klootzakken,’ zei Nora.
‘Wat een stom antwoord.’
Nora zei niets.
‘Vind je het zelf geen stom antwoord?’
‘Een stom antwoord,’ verdedigde Nora zich, ‘maar een goede alliteratie.’
‘En dat is?’
‘Woorden met voorrijm door dezelfde lettercombinatie.’
‘Ik vroeg op wat voor mannen je viel.’ Hij trok haar weer op schoot. ‘Waarom neem jij nooit initiatief.’ Onder haar rok duwde hij zijn hand tussen haar dijen. ‘Ik hou van vrouwen die initiatief nemen.’
(Elke woensdagmiddag een nieuw avontuur, rond de klok van twaalf uur.)