Najaar 2016/2: ZKSM

Tommie deed de deur open en drukte haar een soort van seksueel tegen zich aan. Nora kon de omhelzing niet helemaal plaatsen. ‘Laten we praten,’ zei ze. ‘Daar ben ik voor gekomen.’

Ze ging op zijn plek aan tafel zitten en Tommie op die van haar. Ze wilde overzicht houden. Vanaf zijn zetel kon ze de kamer inkijken. De crisis dwong hen de rollen om te draaien.

‘Ik heb nagedacht,’ zei Tommie. Hij streek een pluk haar achter zijn oor. Ze was zijn flaporen aandoenlijk gaan vinden.‘Buitenshuis gebeuren dingen die ik vervelend vind.’ Hij liet een stilte vallen. In de stilte vroeg Nora zich af of het aandoenlijk vinden van flaporen het begin was van houden van, of het begin van het einde. Een vraagstuk waar ze niet uitkwam. Temeer omdat Tommie was begonnen met het opsommen van de vervelende dingen die buitenshuis gebeurden.

Nora luisterde en sloeg de lijst nauwgezet op in haar hoofd. Er ontbrak samenhang. Het waren losse, nogal uiteenlopende klachten. Zo had ze een keer de munten vergeten bij de kassa op een festival. Op een ander festival had ze hem afgesneden van zijn vrienden. Van haar eigen vrienden trouwens ook. De groep was te groot geworden en ze was het wachten beu. Wachtend bij de Dixies waren de leukste optredens aan haar neus voorbijgegaan.  ‘Bedoel je dat ik divagedrag vertoon?’ vroeg ze. ‘Is dat het?’

Tommie dacht na. ‘Ik weet niet of dat het is.’ Achter hem op het bureau flikkerden de drie schermen waar hij filmpjes op monteerde. Zijn huiskamer was tevens zijn werkruimte. Wanneer hij op dreef was beroerde hij het toetsenbord alsof hij Bach op het orgel van de Hofkerk speelde. Met zwaaiende ledenmaten bediende hij de panelen. Nu bungelden zijn lange armen werkloos langs het lichaam.

‘We lijken een beetje op Kermit de Kikker en Miss Piggy samen,’ zei Nora. Ze dacht aan haar voorkomen buitenshuis, dartelend in fladderende jurken met wapperende krullen en wimpers. En ze dacht aan Tommie die haar bij probeerde te houden. ‘We lijken op een diva en een nerd.’

‘Een nerd?’ Hij knipperde met zijn ogen.

‘Een leuke nerd,’ zei Nora verzachtend. ‘En een knappe…’

Hij pakte zijn telefoon uit zijn zak en keek naar het scherm.

‘Gisteren heb je me dit verboden, Tommie!’ riep ze boos. ‘En vandaag mag het wel? We zitten verdomme in een exitgesprek!’

‘Ja, dat bedoel ik dus!’ Hij smeet de telefoon op tafel en stond op. Peinzend liep hij een rondje door de kamer.

Nora stond op en liep naar hem toe.

Hij pakte haar hand. ‘Ik ben bang voor je wraaklust,’  bekende hij.

Ze keek hem aan. Zijn adem rook naar lege maag. De crisis had ook zijn eetlust afgeremd. Hartstochtelijk tongzoenen zou de zaak zeker niet redden. Ze zakte neer op de bank en trok Tommie naast zich.

‘Ik ben bang dat je op een dag wraak neemt en vreemdgaat.’ Hij legde zijn hoofd op haar schouder. Ze voelde hem schokken. Hij huilde.

Nora dacht na. Huilen lukte haar niet. Ze was te openhartig geweest. Eerlijk had ze opgebiecht haar relaties te beëindigen door vreemd te gaan. Vreemdgaan was het smeermiddel van iedere breuk. Een soort aceton waar alles in oploste, de relatie die beëindigd moest worden verdween en de verboden affaire daar meteen achteraan. Ze nam zich voor hier voortaan over te liegen.

‘Ik ben bang dat je me laat zitten,’ zei Tommie tussen twee snikken.

‘Dat was ik echt niet van plan,’ zei Nora. ‘Al zitten die klachtenlijst en kinderwens me niet lekker.’ Ze bestudeerde haar silhouet in het zwarte glas van de plasmatelevisie. ‘En je wil ook al niet met me op vakantie.’

‘Ik weet niet of ik kinderen wil,’ zei hij huilend. ‘Ik wil gewoon iemand die me begrijpt.’

Nora zag dat haar haar plat zat en haalde een hand door haar krullen. ‘Misschien moet je jezelf dan wat beter uitleggen,’ zei ze. ‘Want ik begrijp je niet.’

Naast de televisie stond een gebroken vaas die Tommie ooit wilde lijmen. Het besef dat ze de vaas nooit meer zou zien, ongelijmd of gelijmd, triggerde haar verdriet. Haar nek knakte voorover. Met een wijsvinger masseerde ze het plekje tussen haar wenkbrauwen. Het aanboren van de tranen deed pijn. Zo vaak huilde ze niet. ‘Ik wilde iets duurzaams,’ zei ze een paar octaven hoger. ‘Iets duurzamers dan ZKSM.’

‘ZKSM?’ vroeg Tommie.

‘Zeer Kort Serieel Monogaam,’ zei Nora.

‘En daar had je mij voor uitverkoren?’ Hij drukte zijn wang tegen haar wang.

Ze voelde zijn tranen. ‘Dat wilde ik met jou, Tommie,’ jammerde ze.  ‘Jou hoef ik niet te delen met andere vrouwen.’ Ze keek naar de flikkerende schermen op zijn bureau. ‘Jou hoef ik alleen maar te delen met je werk.’

Hij pakte haar gezicht tussen zijn handen en zoende haar hartstochtelijk nat. Nat van de tranen en toch droog zonder tongen.

Nora duwde hem van zich af en stond op. ‘Heb je een plastic zak?’

Tommie liep achter haar aan terwijl ze haar spullen in de zak stopte die hij haar gegeven had. De festivalmunten op het nachtkastje aan haar kant van het bed liet ze liggen.

‘Het is beter zo,’ zei Tommie. ‘Beter voor ons beiden. Nu doet het nog niet zo’n pijn.’

‘Duurzaam duurde maar een zomer lang,’ zei Nora in de badkamer. ‘Over een zomer komen we wel heen.’ Ze pakte haar tandenborstel en nachtcrème van de wastafel.

Bij het afscheid drukte hij haar weer een soort van seksueel tegen zich aan. Nora moest er nog harder van huilen. Snikkend trok ze deur achter zich dicht. Een gebaar dat ze wel toepasselijk vond.

Op de fiets huilde ze tot na de Linnaeusstraat. Een fatsoenlijk eindgesprek was het halve werk, besloot ze. De angst om afgewezen te worden veroorzaakte meer stress dan de afwijzing zelf. De onzekerheid was nu weg. Ruimte om de afwijzing te verwerken was er voor in de plaats gekomen. Ze dacht aan Daniël die haar aan het lijntje gehouden had. Vorig jaar werd ze rond deze tijd gekweld door onzekerheid. Daniël had de breuk uitgesteld. Hij hield haar gevangen met valse hoop en dat had Nora het meest gekwetst.

Ergens voorbij de Plantage Middenlaan waren haar tranen op. Één ding deden de mannen in haar leven in ieder geval goed; ze hielpen haar altijd weer over de vorige heen.